250 g aardbeien, 50 g zelfgemaakte aardbeienconfituur, 500 g magere platte kaas, 150 g room, 10 g gelatinepoeder, 3 el citroensap, 80 g ruwe rietsuiker, 150 g petit beurré, 75 g boter, 50 g havermout vlokken, 10 g cacaopoeder, verse munt.
Bekleed een ronde springvorm met bakpapier. Verkruimel de koekjes in een blender en meng ze onder de gesmolten boter, samen met de havermout vlokken en het cacaopoeder. Bedek hiermee de bodem van de springvorm en druk goed aan met de achterkant van een lepel. Zet de springvorm in de koelkast, zodat de bodem kan opstijven.
Week de gelatine enkele minuten in koud water. Verwarm het citroensap op een laag vuur, samen met de suiker, de aardbeienconfituur en de geweekte gelatine. Roer zachtjes totdat de suiker en de gelatine volledig zijn opgelost. Laat even afkoelen. Klop de room tot yoghurtdikte en meng onder de platte kaas. Voeg het confituurmengsel toe en roer tot een homogeen geheel. Giet dit op de koekjesbodem. Laat de taart minstens 3 uur opstijven in de koelkast en werk ze af met de aardbeien en de verse munt.
De oplettende kookfan herkent dit recept als een variant op de frambozentaart.
